Het wereldse verstand.
Johannes de Doper staat voor het wereldse verstand dat voorbereid wordt op het begrijpen van Gods Woord. Daarom noemt Mattheüs (3:3) dat wereldse verstand de ‘stem van de roepende in de woestijn’, want een woestijn is kaal en droog. Daar groeit en bloeit zeer weinig, maar door lering en ervaring kan de wereldse mens in belangeloze liefde gaan geloven en met zijn hart leren begrijpen. Dan kan hij onderscheid maken tussen zijn wereldse verstand en het verstand van het hart, de onbaatzuchtige liefde.
De volgende stap is dan het afleggen van denkbeelden en gewoontes (de doop) die verdere ontwikkeling van die onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke liefde belemmeren. Een enorme zuivering is nodig en dat is het ‘boete doen’ waar Johannes de gelovige mens op wijst. (Matt. 3:10) Zijn ‘onthoofding’ is daarom eveneens beeldspraak en staat voor het wegnemen van het wereldse “verstand en neigingen” dat plaats maakt voor besef van zuivere liefde waarin de Goddelijke wijsheid ligt. (Matt. 3:12)
Bijbel
Toen verstonden de discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had. (Matt. 17:13)
En zij (Herodias), te voren onderricht door haar moeder, zei: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doper. (Matt. 14:8 en Mark. 6:24)
Johannes de Doper was voorafgezonden om het volk voor te bereiden tot de opneming van de Heer, door de doop. De doop immers beeldde uit en betekende de zuivering van de boze en de valse dingen en eveneens de wederverwekking door het Woord uit de Heer. Zie E. Swedenborg “Apocalyps ontvouwd” IV. Hoofdstuk 12, bladzijde 508.
Omdat Johannes de Doper de Heer uitbeeldde ten aanzien van het Woord, hetwelk het Goddelijk Ware op de aarde is. Daarom was hij de Elias die vóór de Heer komen zou. Zie Nieuwe Openbaring door Jakob Lorber.