Alles wat leeft laat zien dat God bestaat.
Wij voelen dat we leven, maar waar komt het leven vandaan? Hoe is het leven ooit ontstaan? Zomaar, uit het niets? Niemand die het lijkt te weten, het is een groot mysterie, ondanks dat er erg veel onderzoek naar is gedaan. God bestaat en Hij is het leven Zelf en heeft de mens Zijn leven gegeven.
“Eerst was er niks en toen is dat ook nog ontploft.” (Loesje)
Het bestaan
Wij mensen bestaan, maar hóe zijn wij ontstaan? * Zijn wij volkomen en alleen uit onszelf ontstaan? Het antwoord hierop moet ontkennend zijn, want als dat zo zou zijn, dan zouden we weten hoe wij zijn ontstaan. Als wij zelf niet weten hoe wij hier op aarde tot bestaan zijn gekomen, zal er toch een of andere kracht moeten zijn geweest die ons bestaan mogelijk heeft gemaakt. Dat zou dan een of andere scheppende kracht moeten zijn, die de mens op een keer heeft doen ontstaan en die hem nog doet bestaan. De mens kan niet spontaan uit het niets ontstaan zijn, want uit niets kan nu eenmaal niets voortkomen of gemaakt worden. Niets is niets.
Hoewel de wetenschap het probleem van het ontstaan van het universum mogelijk kan oplossen, kan zij echter de vraag: “Waarom doet het universum moeite te bestaan? “, niet beantwoorden. Daar heb ik geen antwoord op. (Stephen Hawking, Fysicus ; 1942-2018).
Zelfbewust
Wij mensen zijn een zelfbewust bestaan. Ieder mens is zich bewust dat hij bestaat en hier ergens op deze aarde leeft. Een van zichzelf bewust bestaan, kan logischerwijs alleen voortkomen uit een vergelijkbaar zelfbewust bestaan. Die scheppende kracht kan dan niet anders dan een zelfbewust bestaan zijn en niet zomaar een of andere onbewuste, blinde kracht. Blinde krachten kunnen geen geordende wezens zoals een mens, dier of plant maken, noch laten voortbestaan; die blinde krachten veroorzaken slechts een chaos, een ongeordende bende. En dat dit zo is, blijkt bijvoorbeeld uit alles verwoestende explosies.
Het thuis van mensen is God en aan het geheim van Gods liefde dankt hij zijn ontstaan. De mens is een beeld van God en deel van alle schepselen van de wereld. Zo was Gods Plan vanaf het begin. (Hildegard von Bingen, 1098-1179).
Intelligente krachten
Overal in de natuur om ons heen zien we allerlei verschijnselen en activiteiten, overal groeit en bloeit wel iets, er zijn vele vormen van leven, en er gebeurt van alles. Daar waar iets gebeurt, daar moet ook een kracht, of impuls als oorzaak van die gebeurtenis zijn. Omdat er overal allerlei werkingen en gebeurtenissen waar te nemen zijn, moeten er ook evenveel krachten als gebeurtenissen en werkingen zijn; en omdat we goed kunnen zien dat al die werkingen zeer goed geordend en planmatig zijn, moeten er ook evenveel intelligenties als krachten zijn. Daaruit volgt dat er zowel aan de natuurlijke wereld om ons heen, als aan ons bestaan een intelligente kracht ten grondslag moet liggen. Een intelligentie, een intelligente kracht die begrijpt en weet hoe hij iets kan maken, laten ontstaan en laten voortbestaan. Die exact weet hoe hij zijn krachten kan toepassen en gebruiken.
Liefde is intelligente kracht
De sfeer tussen mensen kan van dag tot dag, en van moment tot moment veranderen. Wanneer de sfeer om ons heen rustig en vredig is, voelen we ons al gauw op ons gemak, gelukkig. Maar wanneer de sfeer kwaadheid ademt, er vervelende dingen gebeuren, voelen we ons niet prettig, niet gelukkig. Als liefde de drijfveer van ons handelen is, doen we elkaar goed, maar als kwaadheid de drijfveer van ons handelen is, doen we elkaar geen goed. Zo gezien is liefde een positieve en opbouwende kracht en kwaadheid een negatieve, afbrekende kracht. Als we dan naar alles om ons heen hier op aarde kijken, dan moet die scheppende, intelligente kracht wel de opbouwende kracht van liefde zijn, want de kracht van het kwade bouwt niet op, maar breekt af. De mens, of een dierenrijk, of het plantenrijk kan niet ontstaan, of stand houden zonder die opbouwende en scheppende kracht. Die verschillende rijken kunnen niet uit kwaadheid zijn ontstaan, of bestaan, omdat die kracht afbreekt en vernietigt. Ze kunnen wel door liefde ontstaan zijn en door liefde bestaan, omdat dit een opbouwende kracht is. De logische conclusie is dan, dat alleen liefde die intelligente, scheppende kracht kan zijn.
Liefde en wijsheid
Als de mens zijn bestaan hier op aarde en al wat op aarde leeft, alles wat groeit en bloeit, goed en naar waarheid in zichzelf bekijkt, kan hij vroeg of laat tot de conclusie komen dat al die verschillende schepsels en vele vormen van bestaan, niet alleen getuigen van een enorme liefde, maar ook van een overweldigende wijsheid. Want niemand kan de ontwikkelingen en de complexiteit van alle bestaande levensvormen overzien en bevatten. Het is niet zo dat nu alles hier op aarde liefde en wijsheid is, maar de intelligente, scheppende kracht van ontstaan en bestaan moet uiterst liefdevol en ongelooflijk wijs zijn, want anders zouden die miljarden mensen, die ontelbare dieren en planten, niet naast elkaar kunnen bestaan.
Scheppende kracht
Daarom is het begrijpelijk dat de mens, het dierenrijk en plantenrijk alleen maar geschapen kunnen zijn door een buitengewoon intelligente, liefdevolle en wijze kracht. Om ons heen kunnen we elke dag heel goed zien hoeveel meer er hier op aarde geschapen is, dan wij als mens kunnen bevatten. Daarom is het logisch dat die intelligente, drijvende, scheppende kracht veel meer is dan een mens, zoals wij die hier op aarde ervaren. Die kracht kan veel meer dan wij, want de mens kan geen andere mensen scheppen, noch dieren of planten, wat die kracht juist wel blijkt te kunnen. Die intelligente, drijvende en scheppende Kracht noemen veel mensen God, maar Hij is oneindig méér dan die Kracht. Zie ook hemelsbrood nummer 6983.
God bestaat en hij schiep heel de wereld en Hij liet toe dat ook de mens zich een wereld bouwt. Want de mensen werken, beelden iets uit en geven bevelen. Zij werken aan het geschapene en maken naar die voorbeelden andere dingen volgens hun eigen wil, zonder datgene echter een geest te kunnen geven. (Hildegard von Bingen, 1098-1179).
Begin van het leven
De mens is geen dood voorwerp, want we voelen dat we leven. Het leven is er, het leven voel je. Bovendien zien we overal om ons heen, erg veel verschillende vormen van leven. De mens leeft ook niet uit zich zelf, want dat leven heeft hij niet in zichzelf gelegd en hij houdt zijn leven niet als zodanig op eigen kracht in stand. Dat betekent dat de scheppende Kracht waaruit de mens leeft, er was voordat de mens bestond en er bovendien nog steeds is, anders zou geen mens, dier of plant bestaan. Dan kan het niet anders zijn of die Scheppende Kracht, God, is het bestaan, het leven. Dan heeft God al wat bestaat en al wat op aarde is, geschapen en Hij is het leven in alles wat leeft. Hij is het leven in mens, dier en plant en Hij was er eerder dan al wat bestaat.
God is Alles in alles
Dat wij God niet tastbaar kunnen zien, wil niet zeggen dat Hij er niet zou zijn. We kunnen om ons heen van alles betasten en direct zien. Maar gevoelens en gedachten zijn niet zichtbaar en ons denken is ook niet direct te zien. Mensen denken en voelen, hun gedachten en gevoelens bestaan en die vormen vele soorten geestelijke sferen. Die sferen bestaan, net als de vele verschillende stoffelijke levensvormen van mensen, dieren en planten ook bestaan. Al die verschillende wezens hebben gevoelens en reageren op de een of andere manier op elkaar. We voelen hoe iemand in zijn vel zit, of wat zijn sfeer is, of we voelen aan dat iets wel of niet gedaan, of gezegd kan worden. Dieren laten overduidelijk merken dat ze blij zijn als ze hun baasje weer zien, of ze kunnen agressief op andere dieren of mensen reageren, zonder dat daar een directe aanleiding voor lijkt te zijn. En het is bekend dat zelfs planten op liefdevolle of kwaadaardige gedachten en gevoelens van mensen reageren. Mensen kunnen denken en dat menselijke denkvermogen is net als zijn intelligentie, iets geestelijks en dus is een intelligente, scheppende kracht net zo goed een geestelijk iets. Daar die intelligente, scheppende kracht God is, moet de conclusie zijn dat God een Geest is en het leven een geestelijk leven is.
* Naar een lezing van I. Franssen-ten Boske, april 2002.