Over het zogenaamde geweld in de Bijbel.
Het geweld in de Bijbel, zoals de gruwelijkheden in het Oude Testament, vinden veel mensen meer dan verschrikkelijk. Het gaat niet om het doden van onze fysieke vijanden, iets wat we niet moeten doen, maar het gaat vooral om de niet letterlijke betekenis. Die Bijbelse verhalen vertellen ons dat we onze verkeerde neigingen dienen te ‘doden’. Onze hebzucht, genotzucht, geldzucht en het liegen en bedriegen aan de kant zetten.
Er is veel leugen en bedrog in onze maatschappij, die beheersen het (nep)nieuws, wat kunnen we nu nog geloven? Sommige mensen zijn erg hebberig en buiten op allerlei manieren andere mensen uit. Bij veel mensen staat het eigen genot en welzijn steevast op de eerste plaats en steeds weer komen er nieuwe machthebbers die gewone menselijke waarden aan hun laars lappen. Er zijn overal oorlogen, er bestaat grote armoede, miljoenen mensen lijden honger en hebben geen goed drinkwater; er is daardoor wereldwijd veel en wanhopig lijden. De strijd die de Bijbel steeds beschrijft, betreft onze geestelijke strijd. Maar wat voor een soort strijd is dit?
Vijanden ‘doden’
Het geweld dat in de Bijbel geschreven is, kunnen wij op een heel andere manier (leren) lezen. Al wat aan geweld in de Bijbel staat, komt voort uit Gods liefde voor Zijn schepselen en is bedoeld om de mens tot liefde te brengen. Maar veel van wat er op aarde gebeurt, komt voort uit hebzucht, zucht naar rijkdom, aanzien, macht en genotzucht. Veel mensen reageren weliswaar met afschuw op gewelddadige verhalen die in de Bijbel staan, maar die verhalen laten zien dat juist die hebzucht, machtswellust, geldzucht, gemakzucht, leugen en bedrog onze echte “vijanden” zijn die we dienen te “doden.” Dat wil zeggen er nooit aan toegeven, maar wel erkennen dat die neigingen in ons zijn.
“Het is Gods bedoeling dat we al onze misvattingen, valsheid, leugen en bedrog, geldzucht, streven naar macht, genotzucht, samen met Jezus Christus, die in het hart van ieder mens leeft, uitroeien om ware liefde te leren zijn.”
Zelfonderzoek
Er staat geschreven, onderzoek alles en behoud het goede. Dit wil zeggen dat we onszelf onderzoeken in al ons doen en laten. Welke misvattingen heb ik, welke neigingen heb ik die tegen de liefde voor onze medemensen ingaan. Zelfonderzoek is eerlijk naar jezelf kijken en je zwakheden erkennen, want dat is het begin van een verandering in ons. Dat is de ontwikkeling van nieuw besef. Inzien wat geen liefde is, Jezus is immers Degene die ons daarin leidt. Wees daarom bereid om toe te geven wat geen liefde in jezelf is. Samen met onze lieve Heer vind je dan wat wel goed in jou is.
Het belangrijkste is: liefde doen. Dat vraagt heel veel oefenen, vallen en opstaan, want ergernis, ongeduld, hebzucht, genotzucht, zelfs het leugentje om best wil, laat zich niet zo gemakkelijk veranderen. Het loslaten van een gewoonte kost veel inspanning, want een gewoonte is als een ijzeren harnas dat je niet zonder hulp kunt uittrekken. Maar oefening baart kunst en zo groeit geleidelijk aan onbaatzuchtige en onvoorwaardelijk liefde in ons. Zie ook Hemelsbrood 5808.
Bijbel
Voorbeeld uit Psalm 137:9. Daarin staat: “Welgelukzalig zal hij zijn, die uw kinderkens grijpen, en aan de steenrots verpletteren zal.” Geestelijk gezien staat ‘kinderkens’ voor onze neigingen naar het kwade, verkeerde. Zoals gezegd, moeten we die ‘verpletteren’, dat is nooit aan toegeven, maar hoe moeilijk dat is, heeft Jezus ons getoond door Zijn verzoekingen in de woestijn.
Tweede voorbeeld. “Maar van de steden dezer volken, die u de Heer, uw God, ten erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.” (Deuteronomium 20:16). Hoeveel gedachten hebben wij wel niet en hoeveel handelingen doen wij die tegen Gods orde van ware Liefde in gaan, of zijn ingegaan? Dat zijn de ‘steden’ en ‘volken’ die wij geen ‘adem’ – dat is leven – moeten geven als we Jezus willen navolgen.
12. En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in de Heer, en u vermanen; 13. En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Wees vreedzaam onder elkander. 14. En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, wees lankmoedig jegens allen. 15. Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergeldt; maar jaagt altijd het goede na, zo jegens elkaar als jegens allen. 16. Verblijdt u altijd. 17. Bidt zonder ophouden. 18. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. 19. Blust de Geest niet uit. 20. Veracht de profetieën niet. 21. Beproeft alle dingen; behoudt het goede. 22. Onthoudt u van allen schijn van het kwaad. (1 Tessalonicenzen 5:12-22; Vermaningen).