De verloren zoon, vervolg.
Ieder mens die bewust kiest voor het willen blijven genieten van het alledaagse wereldse leven verliest zijn besef van Gods orde. Die begrijpt niet dat het leven op aarde een scholing in onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke liefde dient te zijn.
Twee vaders
De biologische vader in deze gelijkenis staat geestelijke gezien voor God de Vader. Hij verheugt Zich als iemand zich van zijn wereldse belangen en behoeften losmaakt en uit vrije wil daar van af ziet. De blijheid van de vader in deze gelijkenis symboliseert de vreugde van God de Vader. Degene die zijn wereldse verleidingen leert weerstaan en vrijwillig kiest voor een leven vanuit onbaatzuchtige liefde, keert terug naar de ware liefde.
Ons leven hier op aarde kent dus twee kanten. Aan de ene kant hebben we onze dagelijkse leefwereld waarin de meeste mensen naar hun eigen welzijn en geluk streven. Maar de andere kant is onze innerlijke, geestelijke ontwikkeling. Om die kant te ontwikkelen, adviseert God de Vader ons het wereldse los te laten en trouw te blijven aan de leefregels die Hij ons heeft gegeven. Dat symboliseert de andere zoon in deze gelijkenis, want die zoon stortte zich niet in het wereldse leven. Naar G. Mayerhofer, Predikingen van de Heer, hoofdstuk 29.
De verloren zoon had werkelijk diep berouw door een diep inzicht en diep berouw waarbij met zekerheid gesteld kon worden dat hij in alle vrijheid, met alle geld en wereldse macht, nooit meer opnieuw de wereld in zou trekken, omdat hij heel diep en ernstig het enorme verschil tussen liefde en het tegenovergestelde daarvan geleerd had, het verschil tussen waarheid en onwaarheid, en de gevolgen van het één en het ander ten diepste besefte.
Lukas 15, 14-19 over de verloren zoon
Toen hij er alles doorgebracht had, kwam er een zware hongersnood over dat land en hij begon gebrek te lijden. En hij trok er op uit en drong zich op aan een der burgers van dat land en die zond hem naar het veld om zijn varkens te hoeden. Hij begeerde zijn buik te vullen met schillen, die de varkens aten, doch niemand gaf ze hem.
Dan kwam hij tot zichzelf en zei: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom hier om van de honger. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten. Stel mij gelijk met een van uw dagloners. En hij stond op en keerde naar zijn vader terug.
Lukas 15, 20-24
Toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. De zoon zei tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten. Maar de vader zei tot zijn slaven: Brengt vlug het beste kleed hier en trekt hem aan en doet hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. En haalt het gemeste kalf en slacht het, en laten wij een feestmaal hebben, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. Zij vierden feest.
Lukas 15, 25-32
Zijn oudste zoon was op het land, en toen hij dicht bij huis kwam, hoorde hij muziek en dans. En hij riep een van de knechten tot zich en vroeg, wat er te doen was. Deze zei tot hem: Uw broeder is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf laten slachten, omdat hij hem gezond en wel terug heeft. Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen kwam zijn vader naar buiten en drong bij hem aan. Maar hij antwoordde en zei tot zijn vader: Zie, zovele jaren ben ik al in uw dienst en nooit heb ik uw gebod overtreden, maar mij hebt u nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Doch nu die zoon van u gekomen is, die uw bezit heeft opgemaakt met slechte vrouwen, hebt u voor hem het gemeste kalf laten slachten. Doch hij zei tot hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is het jouwe. Wij moesten feestvieren en vrolijk zijn, want jouw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden.